donderdag 1 november 2012

Brabantse worstenbroodjes


T. is al een paar dagen aan het klussen bij een goede vriend van de familie. Behang afkrabben, muren schuren, plafonds afwassen en witten, muren voorlijmen en een mooi kleurtje geven, kortom een heleboel werk waar ze zeker nog wel een paar dagen zoet mee zijn. En omdat T. de hele dag trap op, trap af moet heeft hij inmiddels al flinke spierpijn. Dat vraagt om een beetje verwennerij vind ik. En aangezien ik nu de hele week alleen thuis zit en het huishoudelijk werk inmiddels wel gezien had heb ik vanmiddag worstenbroodjes voor hem gebakken.
Om glutenvrije worstenbroodjes te maken moet je echt even de tijd nemen. Het deeg is niet heel gemakkelijk te verwerken en scheurt snel. Het is vaak meer een kwestie van boetseren dan lapjes rollen maar het gaat om het resultaat niet?
Ik heb vanmiddag 12 worstenbroodjes gemaakt en daarvoor heb ik het volgende gebruikt:

360 gram gehakt
1 ei
3-4 eetlepels glutenvrij paneermeel
zout
peper
nootmuskaat

ca. 100 ml melk
1 theelepel suiker
1 zakje droge gist

125 gram Schär Mehl
125 gram kleefrijstmeel (ketanmeel)
zout
90-100 gram boter of margarine (dat is relatief veel maar om een beetje te kunnen boetseren heb je dat wel nodig)

1 ei

Men het gehakt met het ei, paneermeel, zout, peper en nootmuskaat. Kneed het goed door en maak er 12 porties van. Maak van die porties 12 kleine worstjes en leg ze op een plank. Zet de plank met worstjes in de koelkast.
Verwarm de melk tot lauwwarm. Voeg de suiker en de gist toe en roer even door. Laat even staan.
Doe Mehl en kleefrijstmeel in een kom, voeg het zout toe en roer dit er goed door.
Snijd de boter in een paar stukken en doe dit bij het meel. Giet nu het melk/gistmengsel erbij en begin voorzichtig te mixen. Als alles zo´n beetje vermengd is voer dan de snelheid van de mixer op en mix een paar minuten op volle kracht. Het deeg is wat plakkerig maar als je je handen met bloem bestuift dan is het wel te verwerken. Verdeel het deeg in 12 porties en draai er met koele handen bolletjes van. (Koele handen krijg je door je handen even onder de koude kraan te houden. Je houdt koele handen door snel te werken.) Leg de bolletjes vast op een bakplaat met bakpapier en laat ze een kwartiertje rijzen.
Verwarm de oven voor op 200 graden Celsius.
Haal de plank met worstjes weer uit de koelkast. Klop het ei in een kommetje los. Als ik de broodjes ga vormen dan wil ik dat het liefst op een stuk bakpapier doen. Dat plak ik dan met plakband vast aan het keukenblad zodat het papier niet kan gaan schuiven. Strooi een klein beetje gv bloem op het bakpapier en doe ook wat op je handen.
Neem nu telkens een bolletje deeg en sla dat plat op het werkblad. Duw het met je handen voorzichtig wat verder plat totdat je een rechthoekig stukje deeg hebt waar het worstje ruim op past. Bestrijk de randen van  het deeg met een beetje geklopt ei. Probeer zo te werk te gaan als bij een loempia rollen: eerst de zijkantjes over het worstje en dan oprollen maar dat zal niet zo soepel gaan. Ik heb het al eerder gezegd, een beetje boetseren en dat geldt bij mij vooral voor die zijkanten. Het oprollen gaat nog wel. Pak het broodje op en rol het nog voorzichtig tussen je beide handen en vorm er een mooi broodje van. Leg het dan op de bakplaat met bakpapier.
Bestrijk de broodjes met de rest van het geklopte ei en laat ze nog even, een minuut of 10, rijzen. Bak ze dan in 25-30 minuten in de oven af.
Het worden niet van die hele grote broodjes zo maar ik vind dit formaat prettig om te maken.
De foto is niet heel scherp, ik heb hem met mijn telefoon gemaakt want de accu van mijn fototoestel was leeg. Toen ik weer terug in de keuken kwam lagen er nog maar 11 broodjes, T. was net (hongerig) weer thuis gearriveerd...







1 opmerking:

  1. Ziet er goed uit! Daar zal T vast van genieten. Wat een topvrouw heeft hij!

    BeantwoordenVerwijderen