woensdag 27 januari 2010

Groentesoep









Vandaag is het verhuisdag en daarom heb ik een grote pan groentesoep gemaakt. Het is ijzig koud en dan dat gesjouw in en uit doet een mens geen goed. Een lekkere kop groentesoep met een broodje als lunch smaakt dan uitstekend. Bovendien is het traditie bij ons. Gaat er iemand verhuizen? Dan komt er altijd iemand (vroeger mijn moeder of schoonmoeder en nu ikzelf) met een grote pan soep aanzetten. Met dit weer zou ik zelf de voorkeur geven aan een stevige soep zoals erwtensoep of bonensoep maar daar houdt mijn dochter helemaal niet van. En omdat het haar feestje is vandaag werd het dus groentesoep. Gisteren heb ik de soep al gemaakt volgens dit recept met lekker veel groente:

500 gram soepvlees
1 ui, gepeld
1 winterpeen, geschild
1 stuk prei
2 kruidenbuiltjes voor rundvleesbouillon
1 1/2 ons gehakt
ca. 1 kg groenten nar keuze, schoongemaakt en fijngesneden (bv. prei, wortel, bloemkool, diepvriesdoperwten, klein beetje diepvriesspinazie, paprika, knolselderij)
2 laurierblaadjes
nootmuskaat
selderieblad
peper

Snijd het soepvlees in stukjes, leg het in een pan samen met de laurierblaadjes, de ui, de winterwortel en de prei en giet er zoveel water op dat het net onder staat. Breng het aan de kook en schep dan het schuim eraf met een schuimspaan. Hang er nu de kruidenbuiltjes in. Zet de pan op een sudderpitje en laat het minimaal 2 1/2 uur trekken. Maak ondertussen het gehakt aan met wat peper en nootmuskaat en draai er soepballetjes van. Vis, nadat de bouillon getrokken is, de ui, winterwortel, prei en laurierblaadjes eruit en doe de gesneden soepgroenten erbij. Vul de pan aan met kokend water en doe de gehaktballetjes erbij. Laat nog even koken totdat alles gaar is. Maak op smaak af met peper en selderieblad. Ik eet geen zout maar de rest van de familie doet er nog wat zout naar smaak bij op hun bord.

Dan ga ik nu eens kijken of de bus al geladen is. Voor mij valt er nu even niets te doen, straks mag ik haar nieuwe bed uitproberen.

dinsdag 26 januari 2010

Gehaktballetjes met perziken





Morgen gaat mijn dochter verhuizen. De afgelopen weken zijn gevuld met allerlei klussen zoals behang afsteken, muren en plafonds verven, laminaat en vloerbedekking leggen en allerlei andere zaken die nodig waren voordat ze daadwerkelijk in haar appartement kan trekken. Maar morgen is dan eindelijk de verhuisdag aangebroken. Dus vandaag voorlopig haar laatste maaltijd hier en ze mocht van mij kiezen wat we dan vandaag zouden eten. Gehaktballetjes met perziken moesten het worden. "Zoals we vroeger altijd aten." Op zich wilde ik dat best maken maar ik wist alleen niet echt meer hoe dat moest. We hebben dat vroeger veel gegeten toen onze kinderen nog op de lagere school zaten en in die tijd kookte T. eigenlijk altijd omdat hij toen het huishouden deed. Mijn oude kookschrift bracht gelukkig uitkomst, het recept stond er zowaar in. Ik heb vandaag voor 3 personen het volgende gebruikt:

400 gram rundergehakt
1 ui, gesnipperd
1 teentje knoflook
klein blik perziken
6 eetlepels hot tomatenketchup
2 eetlepels glutenvrije ketjap
3 eetlepels rijstazijn
peper naar smaak

Maak het gehakt aan zoals je zelf lekker vindt. Ik heb er zwarte peper, paprikapoeder, nootmuskaat en wat piment door gedaan. Draai er dan kleine ballen van en bak die in wat hete boter of olie rondom bruin. Doe de  gesnipperde ui en de uitgeperste knoflook erbij en bak even mee. Schep eventueel wat overtollig vet weg en doe er dan de hot ketchup, ketjap en azijn bij en een scheutje water en laat de gehaktballetjes gaar worden. Snijd de halve perziken in vieren en doe ze samen met het perzikensap bij de gehaktballetjes in de pan. Warm het nog even door.
Vandaag aten we er sperzieboontjes en gekookte rijst bij. Het was lekker maar de volgende keer gebruik ik toch half-om-half gehakt want de balletjes waren naar mijn smaak te droog geworden. In ons originele recept van 20 jaar geleden stond ook nog 100 gram suiker maar die heb ik nu helemaal achterwege gelaten. Mijn dochter heeft niet geklaagd.

Erwtensoep





Vorige week maandag heb ik eindelijk een grote pan erwtensoep gemaakt. Man en dochter waren in haar appartement aan het werk en ik had het rijk alleen. Ik heb heerlijk de hele middag staan koken en ondertussen ook de snert gemaakt. Dit keer volgens het recept van mijn moeder. Zij gebruikte alleen spliterwten in de soep terwijl mijn schoonmoeder bijvoorbeeld ook hele erwten erdoor doet. Normaal gesproken vind ik dat ook wel lekker maar dan had ik zondagavond de erwten in de week moeten zetten en dat had ik dus niet gedaan. Mijn moeder gebruikte altijd een hamschijf als vlees en mijn schoonmoeder krabbetjes. Volgens mij heeft echt iedereen zijn eigen recept voor erwtensoep en kun je er nu niet één meer aanwijzen dat het 'originele' zou zijn. Bij mij wisselt het ook nog wel eens maar wat ik wel altijd hetzelfde houd is de verhouding vlees:erwten en die is bij mij 1:1. Voor de rest varieer ik gewoon wat. Maar goed, hieronder het recept dat ik vorige week heb gebruikt. Dit keer geen hamschijf omdat de slager die niet meer of nog niet had maar krabbetjes.

750 gram krabbetjes
750 gram spliterwten
2 preien, in ringen
1 halve selderijknol, geschild en in dobbelsteentjes
1 flinke winterpeen in dobbelsteentjes
4 aardappels, in dobbelsteentjes
1 gv slagersrookworst, in plakjes
peper

Leg het vlees in een grote soeppan en doe er zoveel water in dat het net onderstaat. (Als je hele erwten in de soep gaat gebruiken dan week je die de avond ervoor en dan leg je het vlees in het weekwater op de erwten.) Laat het geheel aan de kook komen en schep eventueel schuim eraf. Doe de rest van de ingrediënten behalve de rookworst erbij en laat het geheel pruttelen totdat alles goed gaar is. Regelmatig roeren anders brandt de soep aan. Haal het vlees eruit en snijd het in kleine stukken. Doe het vlees terug in de pan. Voeg dan de worst toe en laat het geheel nog een twintig minuten op een zeer zacht pitje staan. Proef de soep en maak hem op smaak af met versgemalen peper.

zondag 10 januari 2010

Witlof met ham en kaas en mosterdpuree





Een paar weken geleden at onze dochter 's avonds niet mee en dat was een uitgelezen moment om weer eens witlof te eten. Nu had ik 's middags niet heel veel tijd om te koken en daarom besloot ik om een ovenschotel te maken. Die kun je 's morgens of desnoods de dag ervoor al helemaal klaarmaken en dan hoef je het 's avonds alleen maar in de oven op te warmen. In de Allerhande van oktober 2009 had ik dit recept gezien voor witlof met ham en kaas en mosterdpuree gezien en het leek me lekker dus heb ik dat maar eens uitgeprobeerd.
Ik vind niet alle recepten van AH altijd even geweldig maar ze zijn wel allemaal erg simpel om te maken en lekker snel klaar en dat kwam me toen wel goed uit. Het resultaat viel me niet tegen. De mosterdpuree was erg lekker en combineerde uitstekend bij de smaak van de witlof. Het originele recept schrijft per halve stronk witlof 1 plak kaas en 1 plak ham voor maar ik heb van zes stronken witlof negen rolletjes gemaakt. Volgende keer maak ik zes rolletjes, dus van elke stronk één want ik vond het nog te veel ham en kaas. Mijn zoon at mee en dus heb ik voor 3 personen het volgende gebruikt:

750 gram geschilde aardappelen
6 stronken witlof
2 eetlepels grove mosterd
25 gram boter
200 ml melk
peper naar smaak
6 tot 12 plakken belegen kaas
6 tot 12 plakken achterham


Verwarm de oven voor op 200 °C. Snijd de onderkant van de stronken witlof en verwijder de harde kern en eventueel de verkleurde buitenste bladeren. Snijd de stronken doormidden en kook de witlof 3 minuten in een grote pan water. Laat daarna uitlekken en afkoelen. Kook de aardappelen gaar en giet ze af. Stamp de aardappelen met de mosterd, de boter en de melk tot een grove puree. Voeg naar smaak peper toe. Verdeel de puree over de ovenschaal. Leg plakken kaas naast elkaar op een snijplank, leg de ham erop en wikkel de witlof erin. Leg de rolletjes naast elkaar op de puree. Bak de witlof in het midden van de oven in 25 minuten goudbruin en gaar.

Vis in tomatenroomkaassaus





Met nieuwjaar hebben we met zijn drieën gekookt. Ik heb uiensoep gemaakt, mijn dochter heeft vis in roomkaassaus gemaakt en T. zorgde voor het toetje (lees: hij haalde het ijs uit de vriezer). Dat visrecept is geloof ik het eerste dat mijn dochter jaren geleden zonder enige hulp van T. of mij heeft klaargemaakt. Het komt uit een oud kookboek over koken met kaas van Nancy Eekhof-Stork maar we hebben het iets aangepast. Zo gaat dat met recepten uit een boek. Maar goed, dat recept heeft mijn dochter maar weer eens klaargemaakt en het was weer om je vingers bij af te likken. Het was jammer dat de wortels, die ik gestoomd had, niet helemaal gaar waren maar dat kon de pret niet echt drukken. De saus maakten we altijd met bouillon maar ik had geen zelfgemaakte bouillon meer in de vriezer en bouillon van een blokje is voor mij te zout, vandaar dat ze nu wijn heeft gebruikt. Zeker zo lekker (sprak het drankorgel) en dat was ook wel te zien want het was al op voordat we tot de ontdekking kwamen dat er eigenlijk nog een foto van gemaakt moest worden voor op dit weblog. Volgende keer beter dus.
Voor 3 personen heb je het volgende nodig: 

6 ons kabeljauwfilets oid
75 gram kaas in dunne plakjes
1 gesnipperd uitje
voor de saus:
25 gram boter
25 gram maizena
250 ml  droge witte wijn of bouillon
1 pakje Mon Chou of andere roomkaas
klein blikje tomatenpuree
peper en tijm 

Verwarm de oven voor op 200 °C. Controleer de vis op eventuele graten en snijd hem in grote stukken. Doe de vis in een beboterde ovenschaal en leg de plakjes kaas erop. Fruit het uitje in de boter. Als de ui glazig is dan de maizena erbij doen. Nu telkens een scheutje wijn of bouillon toevoegen terwijl je steeds goed blijft roeren totdat je een mooie gladde saus hebt. Roer in een kommetje de roomkaas en de tomatenpuree door elkaar. Doe dit bij de saus. Laat hem even koken, wel telkens goed roeren en doe er naar smaak peper en tijm bij. Giet hem dan over de vis. Laat de vis in ongeveer een half uur in de oven gaar worden. 

woensdag 6 januari 2010

Snelle kippensoep





Mijn dochter is ziek. Ze heeft een blaasontsteking en verder zit haar hoofd helemaal dicht door een zware verkoudheid. Dat betekent dus harde maatregelen in de vorm van een antibioticakuur en daarnaaast is ze flink aan het stomen. Pijnstillers tegen de hoofdpijn en zuigtabletjes voor de keel maken het pakket bijna compleet want natuurlijk mag de kippensoep niet ontbreken. Helaas had ik helemaal geen kippenbouillon meer in de vriezer en kon ik door de sneeuw geen soepkip gaan kopen dus heb ik het maar op een andere manier opgelost.

Voor ongeveer anderhalve liter soep heb je het volgende nodig:
2 (biologische) kippenbouten
1 preitje
1 winterpeen
1 kruidenbuiltje voor kippenbouillon
peper naar smaak
1 tuinkruidenbouillonblok (die van Knorr en AH zijn glutenvrij)
ca. 50 gram glutenvrije spaghetti
wat selderieblad en peterselie

Zet de twee kippenbouten op met een ruime liter water en breng het aan de kook. Zodra het kookt eventueel opkomend schuim eraf scheppen. Doe er dan de gewassen en in grote stukken gesneden prei en winterpeen bij, hang er het kruidenbuiltje in en zet het vuur laag. Laat de kippenbouten in ongeveer een uur goed gaar worden. Haal de kippenbouten uit de soep en haal het vlees van de botten. Haal het met 2 vorken uit elkaar of snijd het fijn en zet het dan even apart. Vis met een schuimspaan de stukken groente en het kruidenbuiltje uit de bouillon. (Je kunt de bouillon ook zeven maar dit vind ik gemakkelijker.) Doe vervolgens het kruidenbouillonblok bij de bouillon en breek de glutenvrije spaghetti boven de pan in kleine stukken. Doe de kip terug in de bouillon en laat het een minuut of tien koken totdat de spaghetti gaar is. Roer er op het laatst het selderieblad, de peterselie en de peper door.

vrijdag 1 januari 2010

Franse uiensoep





Jarenlang heb ik aan de, inmiddels niet meer bestaande, site Genieten van Vers meegewerkt. Een van de andere schrijfsters was Anna en van haar heb ik ooit dit recept van Franse uiensoep gekregen. Anna had dit recept in een oud soepenboekje gevonden. Het zou het authentieke recept zijn van de beroemde uiensoep die vroeger vanaf (of tot?) ´s morgens vroeg overal te krijgen was in de kroegen en bistro´s rond de oude Hallen van Parijs. Dit recept vraagt iets meer werk dan de gebruikelijke bouillon met gebakken uien, maar de smaak is dan ook navenant. Hoe langer de uien smoren en hoe langer ze daarna zachtjes sudderen in de bouillon, des te authentieker de soep.
Deze soep ga ik vandaag maken maar ik plaats het recept nu vast, de foto volgt straks.

4-5 grote uien
1 eetlepel boter
1 eetlepel olijfolie
1/2 theelepel suiker
2 eetlepels glutenvrij meel of maizena
1 1/2 liter runderbouillon
1 dl. droge witte wijn
peper
1-2 eetlepels cognac (optioneel)
1 sneetje glutenvrij stokbrood per kop
100 gram geraspte Gruyère

Pel de uien en snijd ze in lange, dunne snippers. Smoor ze langzaam in de boter met de olijfolie tot ze zacht en goudgeel zijn. Voeg de suiker toe en doe het deksel schuin op de pan. Laat de uien nog 15 minuten zachtjes sudderen onder af en toe roeren. De uien mogen slechts héél lichtbruin worden. Schep de glutenvrije bloem of maizena door de uien en laat dit een minuutje garen. Giet dan scheut voor scheut al roerend de bouillon en de wijn erbij tot een licht gebonden soep is ontstaan. Laat de soep nog 20 tot 30 minuten zachtjes koken. Breng de soep op smaak met peper, eventueel nog wat zout en eventueel de cognac. Leg de sneetjes stokbrood in de soepkommen en schep de hete soep erover. Bedek het brood zodra het weer naar boven is gekomen met een dikke laag Gruyère en laat dit onder de grill of in een hete oven (250-275 graden) gratineren. Als je geen vuurvaste soepkommen hebt dan kun je ook de sneetjes stokbrood bedekken met de kaas en even onder de grill gratineren en ze dan in de soep leggen zoals ik vandaag gedaan heb.